Kijken en waarnemen
“Je kan wel tién keer kijken maar dat is niet hetzelfde als wáárnemen, zién. Het gaat er om of je werkelijk de omgeving ‘scant’. Met andere woorden, kan je voorspellen (voorzién) hoe de situatie zich gaat ontwikkelen?” Tja dacht ik, ehh daar ben ik niet zo’n kei in geloof ik. “Wat moet ik me daar dan bij voorstellen?”, vroeg ik. “Nou, bijvoorbeeld als je een voorrangsweg nadert, hopelijk heb je überhaupt het bord gezien. Wat doe je dan met je snelheid? Breng je die op tijd naar beneden zodat je de tijd hebt om te kijken hoe de situatie is en óf je veilig de voorrangsweg op kunt rijden. Of beslis je op het allerlaatste moment of je wel of niet de weg op kunt en alsnog eventueel een noodstop moet maken?”.
“Hmm, ok dat snap ik”, reageerde ik. “Dus als ik in de verte een verkeerslicht op rood zie springen is het de vraag of ik met dezelfde snelheid doorrij tot vlak voor het verkeerslicht en op het allerlaatste moment rem. Of dat ik reageer door meteen mijn snelheid aan te passen en rustig naar het verkeerslicht toe rol en eventueel alweer door kan rijden omdat het licht op groen gaat?” “Precies, high five lady”, lachte Noor.
Rijstrook wisselen
“En nu we toch zo lekker bezig zijn over kijken en spiegels, welke spiegel is bepalend voor de afstand tussen jou en de auto waar je voor wilt gaan rijden?”, vroeg Noor. Shit, dacht ik, wat ben ik toch veel vergeten, en biechtte dat maar meteen op. “Eerlijk antwoord Rachel”, zei Noor. “De binnenspiegel is bepalend. Als je de koplampen van de auto waar je vóór wilt in de binnenspiegel ziet, dan is er genoeg ruimte. Rij maar even een stukje door en parkeer de auto aan de rechterkant voor die Toyota zodanig dat je de koplampen nog kan zien”.
Ik deed wat me opgedragen was. Toen liet Noor mij uitstappen om te kijken naar de ruimte tussen mijn auto en die Toyota. “Jeetje dat is best veel zeg”, riep ik met verbazing.
Rachel