Het had echt geholpen die oefening met de bal in mijn maag, merkte ik toen we weer aan het rijden waren. Na een kwartiertje zei Noor: “Nou Rachel, je vertelde dat je je beter voelt met betrekking tot de spanning in je maag. Zullen we dan nu overgaan naar het overnemen van het stuur?” O ja, dacht ik, dat wilde ze ook nog doen.
Stuur uit handen
Noor legde uit dat zij, als ik er klaar voor was, mijn stuur zou overnemen en mij zou laten ervaren dat zij kan sturen als ik het even niet meer kan/durf. “Pff, eng idee hoor”, wierp ik tegen, “dan heb ik geen controle meer”. “Tja, en dat is nou net waar je van zei dat je daar bang voor bent: geen controle over het stuur houden. Lekker dubbel hè: nou mag je de controle loslaten en dan is dát eng. Kijk, als ik het stuur overneem, dan heb ik de controle. Dat wil ik juist met je oefenen zodat op het moment dat jij dénkt dat je het stuur niet onder controle kan houden, ik het even van je over kan nemen. En dat doe ik alléén als jij daar expliciet om vraagt. Duidelijk?” Ja, laten we het maar gaan oefenen”, zei ik.
Stuur loslaten
“Zeg maar wanneer ik het stuur over kan nemen.” “OK, nú”, riep ik. Noor legde heel rustig haar linkerhand op het stuur en zei mij mijn handen op mijn benen te leggen. Wauw, wat een raar gevoel! “Straks komt er een bocht”, riep ik verschrikt terwijl ik in de verte een bocht zag liggen. “Blijf ademhalen en ervaar dat ik ook die bocht in kan sturen”, antwoordde Noor kalm. Na de bocht mocht ik het stuur weer overnemen.
“En, hoe was dat?” “Ja, ehh, gek, spannend en ook wel een fijn idee dat jij dat kan. Raar om met mijn handen op mijn benen te zitten terwijl de auto doorrijdt. Het geeft me ook wel rust.”
“Even voor de duidelijkheid: ik doe dit dus alléén als jij er om vraagt. Als je even ondersteuning wilt bij het sturen. Afgesproken?” “Ja baas, afgesproken!”
Rachel